Voor een (langdurig) financieringstekort dient de gemeente geld te lenen. Voordat we dat doen benutten we eerst de wettelijk toegestane ruimte binnen de kasgeldlimiet. Zie voor verdere toelichting hierover het onderdeel risicobeheersing . Het verloop van de leningenportefeuille is in onderstaande tabel weergegeven.
Leningmutaties | Bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Schulden lang 1-1 | 194.555 | 181.980 | 173.789 | 130.955 |
Aflossingen | 12.575 | 8.191 | 42.834 | 24.486 |
Nieuwe leningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schulden lang 31-12 | 181.980 | 173.789 | 130.955 | 106.469 |
Schulden kort (kasgeldleningen) | 0 | 0 | 0 | 0 |
De grote aflossingen in 2024 respectievelijk 2025 houden verband met een aflossing ineens van een lening van € 35 miljoen respectievelijk € 20 miljoen bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De werkelijke leenbehoefte en de rentekosten wijken in de praktijk echter altijd af van de ramingen. Zo is het werkelijke investeringstempo, met name bij de grondexploitaties, maar ook bij de investeringen die in het autorisatieoverzicht investeringen zijn opgenomen, van belang en hebben nieuwe beleidskeuzes en bijvoorbeeld wijzigingen in het gemeentefonds en de werkelijke opbrengst van grondverkopen effect op de leenbehoefte.
Vanwege de in 2020 ontvangen opbrengst van de verkoop van de Eneco aandelen, waardoor tijdelijke overliquiditeit ontstaat, worden in beginsel in 2022 geen langlopende leningen aangetrokken. In beginsel, omdat het een overweging kan zijn om bij een grote investering specifieke financiering aan te trekken. Hierbij wordt dan de huidige overliquiditeit als het ware bewaard voor duurdere leentijden, ook al kost dat dan op de korte termijn vermijdbare (lage) rente.