Met de basisset beleidsindicatoren van de VNG ziet iedere gemeente in Nederland hoe ze ervoor staan. De set omvat 34 indicatoren, verdeeld over zeven taakvelden. Met de tabel laten we zien hoe Dordrecht er najaar 2021 voorstaat ten opzichte van de G40. In de toelichting geven we aan wat er met de indicatoren wordt bedoeld en plaatsen we enkele kanttekeningen.
indicator – eenheid | jaar | Dordrecht | Dordrecht | Dordrecht | Dordrecht | G40 |
---|---|---|---|---|---|---|
bestuur en ondersteuning | ||||||
formatie - FTE's per 1.000 inwoners (FTE) | 2022 | 6,00 | 5,60 | 5,62 | 5,52 | n.b. |
bezetting - FTE's per 1.000 inwoners (FTE) | 2022 | 5,66 | 5,37 | 5,49 | 5,43 | n.b. |
apparaatskosten - kosten per inwoner (€) | 2022 | 765,78 | 741,83 | 720,47 | 710,8 | n.b. |
externe inhuur - kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 2022 | 6,95 | 19¹ | 6,60 | 16,3 | n.b. |
overhead - % van de totale lasten (%) | 2022 | 7,49 | 3,51² | 7,20 | 6,65 | n.b. |
veiligheid | ||||||
verwijzingen Halt - per 1.000 inwoners 12-17 jaar | 2020 | 10 | 152,0 | 152,0 | 162,0 | 13,0 |
jongeren met delict voor rechter- % van 12-21 jaar | 2019 | 2,0 | 2,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
winkeldiefstal - per 1.000 inwoners | 2019 | 3,5 | 3,5 | 3,1 | 3,8 | 3,3 |
geweldsmisdrijven - per 1.000 inwoners | 2020 | 6 | 6,8 | 6,8 | 6,8 | 5,3 |
diefstal uit woning - per 1.000 inwoners | 2019 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 2,5 |
vernieling en beschadiging - per 1.000 inwoners | 2020 | 7,2 | 7,5 | 7,0 | 7,8 | 7,50 |
economie | ||||||
functiemenging - % | 2020 | 51,9 | 51,5 | 51,5 | 51,5 | 55,1 |
banen - per 1.000 inwoners 15-64 jaar | 2020 | 766,7 | 646,0 | 753,2 | 646 | 865,7 |
vestigingen - per 1.000 inwoners 15-64 jaar | 2020 | 123,9 | 99,4 | 99,4 | 99,4 | 145,3 |
onderwijs | ||||||
absoluut verzuim - aantal per gemeente | 2019 | 15,0 | 15,0 | 22,0 | 22 | 43,0 |
relatief verzuim - aantal per gemeente | 2019 | 270,0 | 270,0 | 620,0 | 620 | 455,0 |
voortijdige schoolverlaters - % | 2019 | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,5 | 2,3 |
sport, cultuur, recreatie | ||||||
niet-sporters - % | 2016 | 58 | 58 | 58 | 58,1 | 48 |
sociaal domein | ||||||
kinderen in uitkeringsgezin - % | 2019 | 8,0 | 8,0 | 9,0 | 9,0 | 7,0 |
netto arbeidsparticipatie - % | 2020 | 65,7 | 66,5 | 66,5 | 66,3 | 67,7 |
werkloze jongeren - % | 2019 | 2,0 | 2,0 | 3,0 | 3,0 | 2,0 |
personen met bijstandsuitkeringen - per 10.000 inwoners 18+ | 2020 | 583,3 | 58,3 | 51,5 | 51,5 | 546,1 |
lopende re-integratievoorzieningen - per 10.000 inw. 15-64 jr | 2020 | 238,1 | 20,4 | 24,8 | 24,8 | 190,4 |
jongeren met jeugdhulp - % | 2020 | 13,8 | 13,4 | 13,4 | 12,4 | 12,5 |
jongeren met jeugdbescherming - % | 2020 | 1,5 | 1,5 | 1,5 | 1,6 | 1,4 |
jongeren met jeugdreclassering - % | 2020 | 0,5 | 0,6 | 0,5 | 0,6 | 0,4 |
cliënten met een maatwerkarrangement - per 10.000 inwoners | 2020 | 850 | 81,0 | 81,0 | 70 | 759,0 |
volksgezondheid en milieu | ||||||
huishoudelijk restafval - kg per inwoner³ | 2019 | 214 | 214 | 221,5 | 221,5 | 170 |
hernieuwbare elektriciteit - %⁴ | 2018 | 16,6 | 16,6 | 16,0 | 16,0 | 10,7 |
volkshuisvesting, RO en stedelijke vernieuwing | ||||||
WOZ-waarde woningen (gemiddelde) - x € 1.000 | 2020 | 206 | 206 | 187 | 187 | 252 |
nieuwbouw - per 1.000 woningen | 2020 | 6,90 | 5,0 | 5,0 | 4,1 | 9,3 |
demografische druk (groen en grijs) - %³ | 2021 | 68,3 | 68,7 | 68,7 | 68,5 | 64,9 |
woonlasten éénpersoonshuishouden - € | 2021 | 734 | 705 | 705 | 688 | 731 |
woonlasten meerpersoonshuishouden - € | 2021 | 734 | 705 | 705 | 688 | 801 |
¹ Het percentage is in de realisatie per definitie hoger omdat in de begroting de volledige formatie als vast personeel wordt geraamd, terwijl een deel wordt ingehuurd. Daarnaast wordt ook ingehuurd op projecten, waar het budget in de begroting niet wordt opgesplitst naar kostensoorten.
² Doordat de verkoopopbrengst van Eneco in reserves is gestort zijn de totale lasten in 2020 afwijkend van normaal, het percentage is daarmee vertekend (en niet vergelijkbaar).
³ Waarde van G40 berekend zonder Delft.
⁴ Waarde van G40 berekend zonder Sittard-Geleen.
De tabel bevat de Dordtse score op 34 indicatoren uit de basisset van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De basisset is eind 2015 tot stand gekomen en in het voorjaar van 2016 voor het eerst door KING gevuld. Sindsdien zijn vijf indicatoren komen te vervallen: hardekern jongeren, verkeersongevallen met een motorvoertuig, overige vervoersongevallen met een gewonde fietser, bruto gemeentelijk product, achterstandsleerlingen. Vooral omdat de gegevens niet meer worden bijgehouden of de indicator teveel is gewijzigd. Voor het thema verkeer & vervoer zijn nu in het geheel geen indicatoren meer voorhanden.
In onderstaande tabel geven we per indicator de definitie en plaatsen we enkele kanttekeningen bij de interpretatie van de cijfers.
indicator | definitie | Toelichting |
---|---|---|
veiligheid | ||
verwijzingen Halt | Het aantal verwijzingen naar Halt, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar (vanaf jaartal 2020, daarvoor was het per 10.000 inwoners). Jongeren komen bij Halt terecht omdat ze een grens hebben overschreden. Ze hebben bijvoorbeeld een afvalbak vernield, gespijbeld of een winkeldiefstal gepleegd | Aantal verwijzingen kan ook weerspiegelen hoe actief er op wordt ingezet |
jongeren met delict voor rechter | Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen | |
winkeldiefstal | Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners | |
geweldsmisdrijven | Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners (vanaf jaartal 2020, daarvoor was het per 10.000 inwoners). Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.) | |
diefstal uit woning | Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners | |
vernieling en beschadiging | Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners | |
economie | ||
functiemenging | De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen | Streven kan zijn om werken en wonen zoveel mogelijk in balans te hebben en dus zo dicht mogelijk bij de 50% uit te komen |
banen | Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. Gaat om personen die minimaal 1 uur per week betaalde activiteiten verrichten op of vanuit een vestiging: meewerkende eigenaar (directie, bedrijfshoofd), meewerkend gezinslid, zelfstandige beroepsbeoefenaar en/of werknemer (inclusief uitzendkrachten) | Op basis van een enquête, dus uitkomst omgeven door nauwkeurigheidsmarges |
vestigingen | Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit tenminste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd | |
onderwijs | ||
absoluut verzuim | Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school | |
relatief verzuim | Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is (te laat, luxe verzuim, te laat terug van vakantie of signaalverzuim) | |
voortijdige schoolverlaters | Het aandeel leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dus zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. | |
sport, cultuur, recreatie | ||
niet-sporters | Het percentage inwoners dat niet sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners | Enquêtegegeven, dus omgeven door nauwkeurigheidsmarges |
sociaal domein | ||
kinderen in uitkeringsgezin | Kinderen tot 18 jaar die leven in een gezin dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen | |
netto arbeidsparticipatie | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking (15-74 jaar) ten opzichte van de bevolking | Op basis van de CBS enquête 'Beroepsbevolking', dus omgeven door nauwkeurigheidsmarges |
werkloze jongeren | Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar) | |
personen met bijstandsuitkeringen | Het aantal personen met een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (vanaf jaartal 2020 per 10.000 inwoners, daarvoor was het per 1.000 inwoners) | |
lopende re-integratievoorzieningen | Voorzieningen die door een gemeente worden ingezet nadat de gemeente heeft vastgesteld dat een cliënt een belemmering heeft die directe arbeidsinschakeling bemoeilijkt (er is een afstand tot de arbeidsmarkt). De voorziening is erop gericht de afstand tot de arbeidsmarkt van een cliënt te verkleinen, waarbij het doel op de lange termijn altijd arbeidsinschakeling is (vanaf jaartal 2020 per 10.000 inwoners, daarvoor was het per 1.000 inwoners). | Het zou beter zijn om deze indicator te corrigeren voor de omvang van de doelgroep. Streven is immers: zorgen dat iedereen die een voorziening nodig heeft, deze ook krijgt |
jongeren met jeugdhulp | Hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders | Voor deze drie indicatoren kan ook gelden: hoe hoger, hoe beter. Dat kan als je redeneert vanuit de gedachte: iedere jongere met behoefte aan hulp of bescherming ook daadwerkelijk helpen |
jongeren met jeugdbescherming | Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst' | |
jongeren met jeugdreclassering | Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. | |
cliënten met een maatwerkarrangement | Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo (vanaf jaartal 2020 per 10.000 inwoners, daarvoor was het per 1.000 inwoners). | Idealiter geeft deze indicator weer of de cliënten die een arrangement nodig hebben, deze ook krijgen. |
volksgezondheid en milieu | ||
huishoudelijk restafval | Door of in opdracht van de gemeente bij huishoudens ingezameld afval (inclusief door scholen, verenigingen en liefdadigheidsorganisaties ingezameld textiel, oud papier en karton). Omdat het afval van kleine winkels en dergelijk vaak tegelijk met het afval van huishoudens wordt ingezameld, zal een (klein) deel niet afkomstig zijn van huishoudens | Op basis van een schriftelijke vragenlijst onder alle Nederlandse gemeenten. Ruim 90 procent retourneert een bruikbare vragenlijst |
hernieuwbare elektriciteit | Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. Het gaat hier om het gebruik | Vanwege de grote verschillen in scores zetten we vraagtekens bij de juistheid ervan |
volkshuisvesting, RO en stedelijke vernieuwing | ||
WOZ-waarde woningen | De gemiddelde WOZ waarde van woningen (koop en huur) | |
nieuwbouw | Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen | |
demografische druk | De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar (niet werkende bevolking/werkende bevolking) | |
woonlasten éénpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten (onroerendzaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing) | |
woonlasten meerpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten (onroerendzaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing) |