Weerstandsvermogen

Ontwikkeling weerstandsvermogen

De weerstandsratio komt bij de Begroting 2022 uit op een stand van 2,0. Dat is nog steeds aanzienlijk boven de met de raad afgesproken grens van 1,0 waarbij overwogen kan worden het surplus aan te wenden, echter het is een daling ten opzichte van de in de Kadernota 2022 opgenomen ratio van 2,6. Deze daling komt vooral door de recente claims vanuit de Engelenburgerbrug (€ 4,0 miljoen) en de GRD-transitie (€ 3,8 miljoen) waarover inmiddels besluitvorming heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn er ontwikkelingen en besluiten binnen de grondexploitaties Oranjepark en Leerpark 2F geweest die een toekomstig beslag leggen op de algemene middelen van de stad. Ten slotte worden in deze begroting voorstellen gedaan (€ 1,9 miljoen) die toekomstige dekking vragen uit de algemene reserve.

De surplusruimte bovenop de normratio van 1,0 bestaat uit het vrij besteedbare eigen vermogen na aftrek van het bedrag dat nodig is om alle aanwezige risico's af te dekken. Bij de Kadernota 2022 is de surplusruimte berekend op € 28,4 miljoen. Daarbij is aangegeven dat enkele dossiers (Engelenburgerbrug, GRD-transitie, et cetera) mogelijk nog voor een verlaging van de ruimte zouden zorgen. Inmiddels heeft besluitvorming op deze dossiers plaatsgevonden, waardoor de surplusruimte bij de Begroting 2022 afneemt tot een bedrag van circa € 17,7 miljoen. Dit vermogen is nog niet bestemd en het (nieuwe) college kan afwegen deze surplusruimte aan te wenden voor niet voorziene risico's en bij de Begroting 2023 in beginsel inzetten voor nieuwe beleidswensen voor de collegeperiode 2023-2026.

Op dit moment is voor de begrotingsjaren 2024 en verder een tekort begroot. Deze tekorten kunnen uiteindelijk, indien de omstandigheden niet wijzigen, nog een nadelig effect op de surplusruimte hebben.

Daarnaast zij opgemerkt dat gemeenten steeds scherper en creatiever de zeilen bij moeten zetten om een structureel sluitende begroting op te leveren. Dit geldt bijvoorbeeld voor het incidenteel financieren van beleidswensen uit de algemene reserve voor zaken die we mogelijk graag structureel zouden willen borgen. De rek is eruit, terwijl het goed mogelijk is dat een volgende raad graag bepaalde huidige beleidswensen die enkel voor deze periode zijn opgenomen continueert in een volgend periode. Zoals specifiek budget voor het integraal veiligheidsplan, bomenonderhoud, tarieven op de hondenbelasting en de Dordtpas.

Ook is denkbaar dat de nieuwe raad zich geconfronteerd ziet met zaken die nu nog (nipt) opgevangen kunnen worden binnen de begroting, maar waarbij het lastig is om de huidige kwaliteit dienstverlening te blijven leveren zonder begrotingsaanpassing. Dergelijke zaken zouden in de komende jaren kunnen leiden tot het een beleidswens of knelpunt. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de vastgoed organisatie, Inspectie huisvesting Dordrecht, funderingsaanpak of Nationaal Park NLDelta.

De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Zo spelen er diverse ontwikkelingen die binnen een tijdsbestek van enkele jaren zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben op de vermogenspositie en hiermee de ratio van het weerstandsvermogen. Te denken valt hierbij aan te nemen besluiten en verwachtingen omtrent:

  • de blijvende financiële druk op de exploitatie vanuit de grote decentralisaties, met name Jeugd en WMO, en hiermee gepaard gaande financiële afwegingen.
  • het definitieve jaarrekeningresultaat 2021.
  • de winstpotentie op diverse grondexploitaties vanuit het Grondbedrijf.
  • het structureel sluitend krijgen en houden van de meerjarenbegroting.

In de paragraaf Grondbeleid wordt separaat uitleg gegeven over het risicoprofiel en de algemene reserve van het Grondbedrijf.

Deze pagina is gebouwd op 11/01/2021 11:32:14 met de export van 10/08/2021 09:24:42